Vandaag lijd ik weer aan intense wereldhaat. Ik kom net terug uit de stad. De stad, zeg je altijd, alsof er maar één is en alsof je zelf niet ook al in ‘de stad’ woont. Tenzij je in een dorp woont, natuurlijk, maar dat terzijde. Ik was dus in de stad. Even gespecificeerd welke, voor hen die zichzelf niet in slaap masturberen bij de gedachte aan FC; Utrecht, dus.
Het jachtseizoen is geopend. Overal waar je loopt moet je eerst zestien huppelkutjes aan de kant duwen die bezig zijn zichzelf voor lul te zetten om zich de rest van hun studentencarrière superieur te voelen over hen die níet bij UVSV zitten. Zoals mijn moeder ooit ervoer toen ze in haar beginnende studententijd poolshoogte nam van diverse verenigingen, zijn dit de type meiden die zichzelf classificeren als: “Wij zijn het type meisjes die uitgaan met de mannen van het korps.” Ah. Lekker inhoudelijk dames. Ik ben blij dat jullie je daarvoor in een fel t-shirt gehesen hebben en heel Utrecht afgebaggerd hebben als de mongolen waar ik jullie voor aan zie. Toegegeven, de ervaring van mijn moeder nam plaats in de jaren ’70, maar zoals de verenigingen zelf ook altijd onderstrepen is hun geschiedenis héél belangrijk en verwacht ik niet dat tradities als deze erg veranderen.
Ook in de Hema kwam ik niet onder de studentenverenigingssfeer uit. Eén moeder zei tegen haar Unitas type zoon over het beddengoed: “Och nee, dit is duidelijk voor studenten. Daar is al in geslapen.” Waarop zoonlief reageerde: “Ja, daar zit de mijt al in!” Waarop ze, al op een naar toontje lachende, zorgden dat ze als de wiedeweerga de Hema weer uit kwamen. Sterf.
Nu is mijn wereldhaat niet enkel toegespitst op studentenverenigingen (hoewel dat in deze tijd van het jaar toch altijd net wat sterker in me naar boven komt). Ook de vrouw die aan de telefoon aan een onbekende tweede partij meldde dat ze haar raam open gelaten had, omdat dit ‘klimatologisch verantwoorder’ was, was aan het ontvangende eind van mijn ijzige staar.
Nog zo iets: Baby Born. Toen ik een klein negen jaar oud Delicatesthertje was keek ik vol bewondering in de Toys-R-Us naar het tien meter hoge schap vol Baby Borntjes (zowel zwart als blank, als ik Aziatisch was zou ik bezwaar aantekenen tegen deze vorm van exclusieve etnische verscheidenheid). Waarschijnlijk was het schap maar een metertje hoog, maar goed, ik ben mijn leven lang al klein en verhaaltechnisch klinkt dit nou eenmaal beter. In ieder geval. Ik zag dat gigantische schap Baby Borntjes en wilde met de vurige intensiteit van een kat die een laserpuntje probeert te vangen die zaak uit met mijn rechtmatige eigendom. Het probleem was: die krengen kostten 99 gulden. Ik kon in mijn kinderlijke onschuld maar niet uitvogelen waarom iemand een schap wat zó groot was kon vullen met een product wat zó veel geld kostte. Hoe rijk was meneer Toys-R-Us wel niet? Met mijn grote pot spaargeld en wat extra’s van papa en mama (ik vermoed dat ze 96 gulden hebben neergelegd) ging ik letterlijk als een kind zo blij naar huis met mijn nieuwe Baby Born. Vandaag liep ik dus door ‘de’ stad en zag ik dat er bij een Kruidvat of iets dergelijks een Baby Born mét huisdiertje verkocht werd voor €19,95. Wat?! Hoort die rotzooi niet in prijs te stijgen?! Ok, toegegeven, de mijne zal vast veel meer losse inslikbare onderdeeltjes gehad hebben, maar come on.
Commercie. Het zorgt ervoor dat we met zijn allen lekker ‘naar de stad’ gaan. Ik kan me werkelijk waar niet voorstellen waarom er vrouwen zijn die ‘gezellig gaan winkelen’. Ik ben gek op meuk, ik kan niet hard maken dat ik niet teveel rotzooi in huis heb, maar geef mij maar online winkelen. Geen 80.000 man die proberen om dóór me heen te lopen in plaats van om me heen. Geen Oilily sjaaltjes en geen negerinnen in pakken van egaal paars velours. Geen dagjesmensen en geen ‘tweede voor de helft van de prijs, dubbel zoveel plezier’ (nee, dat is één vierde meer plezier. Leer rekenen). Wat zijn mensen in grote groepen die ‘lekker winkelen’ ongelooflijk kut.
Niets. Niets, nee werkelijk niets van het bovenstaand omschreven gespuwde gal komt ook maar in de buurt bij de verdorven werkelijkheid die Jan en ik afgelopen weekend hebben mogen meemaken. Met ons brakke hoofd schuifelden we door de Jumbo en kwamen we helaas een ongerecenseerd product tegen. Magnetron kebab, voor een euro of twee, meen ik. In verpakking. Met varkensvlees. Ja, varkensvlees. In magnetron. Uit verpakking. Maïs, erwten, kruiden, alles. Een ‘kebabsaus’ die eigenlijk doet denken aan Indiaase curry. Goedkoop bier om de hele ervaring zo snel mogelijk weer te vergeten.
Ik ga nog liever ‘lekker’ de stad in.
9 reacties tot nu toe ↓
1 Jan Beton // aug 30, 2012 at 16:17
Hahaha, goed verhaal over slechte ervaringen. Ik was die meuk eigenlijk al weer vergeten, en had dat graag zo gehouden. Zompig zooi die nooit de naam kebab had mogen dragen. Nooit.
2 Vriendin nummer B // aug 30, 2012 at 16:21
Prachtig dit. De wereld is ook gewoon volkomen kut.
3 Tedje Agga // aug 30, 2012 at 16:22
zeg dan gewoon ‘het centrum’….toy.
4 Tedje Agga // aug 30, 2012 at 16:25
respect voor je studentenhaat trouwens, die deel ik heel erg.
5 Justin O. // aug 30, 2012 at 16:27
mooi verhaal, maar dat goedkope bier deed me werkelijk lachen, Dors, haha, Dogs op z’n Haags.
6 Delicatesther // aug 30, 2012 at 16:27
Ja, ‘het centrum’ heb ik het ook wel eens over, maar vaker toch ‘de stad’. Waarschijnlijk is dat bijproduct van het wonen in een net-niet-dorp, net-niet-stad. Dan is dat verschil wat duidelijker, ofzo.
7 Delicatesther // aug 30, 2012 at 16:28
Dors is best te doen. Ik moest er ook om lachen toen ik het voor het eerst zag.
8 Tedje Agga // aug 30, 2012 at 19:54
(ik zeg ook altijd ‘de stad’ hoor…)
9 Captain Kebab // aug 31, 2012 at 18:06
Die kebab lijkt meer op een loempia. Voor goedkoop bier ben ik daarentegen altijd wel te vinden. (meestal halverwege de tv en de slaapkamer)
Reageer