Ik heb altijd een romantisch beeld gehad van Utrecht. Ik woon er nu anderhalf jaar (twee, als je mijn half jaar in Engeland niet mee telt), en ik ben er niet geboren. Toch.
Mijn vader Bob Kepap is ras Utrechter, vooral te merken als je hem vijf minuten met een andere ras Utrechter laat praten (dan versta je hem niet meer zonder de correcte training). Dus waar ik ook woonde in mijn jeugd, van Alkmaar tot Tiel, altijd kwam ik om de een of andere reden wel weer terug in Utrecht.
Het was de eerste “andere” stad waar ik met mijn jeugdvriendinnetje Daphne mocht winkelen. Ik weet nog precies wat ik kocht; decoratief zeezout en een spijkerbroek met ruitjes (Man, man wat zonde van het geld).
Terwijl anderen hun toekomstige studiestad baseerden op waar hun opleiding naar keuze kwalitatief het beste scoorde, wist ik dat ik mijn opleiding in Utrecht wilde volgen.
Voor velen is het blauwe licht wat door de ruiten in het centraal station schijnt waarschijnlijk een onaangenaam, koud fenomeen. Toen ik na dat halve jaar in Engeland door dat zelfde blauwe licht liep sprongen de tranen me bijna in de ogen. Nu was ik écht thuis.
Als ik mij Utrecht voorstel, dan schieten dezelfde beelden door mijn hoofd. De markt bij Vredeburg, de Neude, de Oude Gracht…. En nu is mijn hart gebroken.
In mijn eerste verslag schreef ik al dat ik nergens een goede kebab zaak kon vinden.
In mijn verslag over Polleke schreef ik al dat de enige andere kebab zaak, ernaast, gesloten was. Er blijkt er nog één schuin tegenover te staan. Die heb ik nog nooit open gezien.
Dit keer waren ze alledrie dicht.
Aangezien ik een half uurtje pauze heb (maximaal te rekken tot 45 min) tijdens mijn stage, heb ik de kans niet om naar de Kanaalstraat of de Amsterdamse straatweg te gaan. Ik moet mij dus beperken tot het centrum. Daar blijk je de keuze te hebben tussen de Dóner 66, wat ik niemand toewens, en Polleke, die erg duur is. (of je moet weer naar de Dönerplaza of Dönercompany in het station, maar dat is niet recensie waardig).
Mijn lievelingscentrum blijkt kebab onvriendelijk.
Ik druip verdrietig af richting de “Go Pasta” en bestel een pretentieus broodje carpaccio.
Tenzij iemand me weet te vertellen waar ik in het centrum van Utrecht échte kebab kan scoren, plak ik deze week mijn lekke band zodat ik in mijn pauze op de fiets naar de Kanaalstraat kan.
Achterlijke dakhazen.
6 reacties tot nu toe ↓
1 jan // jun 30, 2010 at 16:07
Het leven van een reporter gaat niet over rozen…
2 Bert // jun 30, 2010 at 16:40
Er zit er nog 1 op de steenweg recht tegenover de hema. vanaf 12 uur/half 1 open
Janskerkhof zou er nog 1 moeten zitten… misschien zelfs wel meer.
Mevlana op de kanaalstraat ben ik gister al geweest.
Achter het gemeentehuis zit tegenover broodje plof een goeie griekse snackbar maar waarschijnlijk heeft deze alleen gyros
3 Delicatesther // jun 30, 2010 at 23:10
Die van de Steenweg wist ik, maar was ik vergeten, de Griek wist ik ook maar die kan ik niet recenseren, en Janskerkhof is ongeveer waar al die gesloten tenten zitten.
4 Bert // jul 1, 2010 at 10:09
i know.. maar er zit er ook nog 1 op het plein daar
5 Ben Brak // jul 2, 2010 at 00:40
ik was in dat geval voor een broodje mario gegaan…
maar ik had wel eerst een broodje kebab weten te scoren ^^
6 Delicatesther // jul 2, 2010 at 18:37
Als het goed is heeft Brommert wel mijn band geplakt vandaag.
Reageer